Dynamisch Jongerenwerk Almere
De maatschappelijke opgave van de Schoor, is een bijdrage leveren aan een leefbare en veilige stad, waar het goed wonen is en iedereen zich thuis voelt. De Schoor helpt mee aan het bouwen en werken aan een sociale en zorgzame stad, waar iedereen meedoet en elkaar helpt. Voor de vele diverse doelgroepen werken we graag samen met netwerkpartners, vrijwilligers en stagiair(e)s. We maken gebruik van elkaars expertise en ondersteunen elkaar op diverse niveaus. Op deze manier kunnen de diverse doelgroepen van de Schoor ook gebruik maken van het grote netwerk dat in de afgelopen 25 jaren is opgebouwd, de nadruk ligt op verbinden en het creëren van kansen voor iedereen, met name kwetsbare burgers. Stichting de Schoor is sinds 1989 actief als een welzijnsorganisatie in Almere. De keuze voor de naam is een symbolische. Schoren betekent ondersteunen. De visie van de Schoor is samengevat in 6 p´s: presentie, preventie, participatie, perspectief, partnerschap en passie. De organisatie in ingedeeld in 2 grote afdelingen Jeugd en afdeling Wijk en Welzijn. Het jongerenwerk valt onder de afdeling Jeugd. Primair richt het jongerenwerk van de Schoor zich op kans zoekende jongeren met een lage sociale economische status en opleidingsniveau, deze jongeren noemen we kwetsbare jongeren (Van Dam, 2008, p. 17).
In het kader van preventief werken wordt er door het jongerenwerk ook steeds meer aandacht besteed aan kinderen van 8 t/m 11 jaar. Er wordt regelmatig met het kinderwerk samengewerkt en momenteel wordt er gewerkt aan een gezamenlijk project op het gebied van talentontwikkeling en jeugdparticipatie. Omdat het jongerenwerk veel te maken heeft met veranderingen in beleid en het werkveld, draagt het jongerenwerk van de Schoor de naam "Dynamisch Jongerenwerk Almere." Het doel van het jongerenwerk is om de jeugd goed voor te bereiden op hun maatschappelijke toekomst. Hiervoor is een uitgebreide werkwijze voor nodig, omdat de problemen van kwetsbare jongeren in Almere complex kunnen zijn.
Uit de onderzoeksresultaten van Almere in de Peiling 2014 zijn er bijzondere verschillen geconstateerd. In vergelijking met andere steden en dorpen in Nederland, huisvest Almere meer jongeren, meer jongeren met een andere culturele achtergrond, meer eenoudergezinnen, minder jongeren op hbo-niveau of hoger en meer gezinnen (jongeren) met lage inkomens. In de afgelopen jaren zijn de financiële problemen van Almeerse huishoudens toegenomen en de betrokkenheid bij de stad is in de afgelopen jaren in Almere gedaald, maar de betrokkenheid bij de eigen buurt en wijk is wel groter geworden (SBC, 2015).
Na de invoering van de Welzijnswet in 1989 kwam het sociaal-cultureel jeugdwerk onder verantwoordelijkheid van de gemeenten te staan en kon deze werksoort nu meer als instrument voor een eigen jeugdbeleid worden ingezet. Jongerenwerkers vormen het contactpunt tussen jongeren en de lokale overheid en daarom is de samenwerking met de gemeente Almere een belangrijk uitgangspunt van het jeugdbeleid in Almere (Winter, 2007, p. 105). Van den Brink geeft aan dat sociale professionals de brug vormen als intermediair, zij zijn de verbindende schakel tussen leefwereld en systeem (Brok & Vollbracht, 2016, p. 143).
De maatschappelijke opgave van de Schoor, is een bijdrage leveren aan een leefbare en veilige stad, waar het goed wonen is en iedereen zich thuis voelt. De Schoor helpt mee aan het bouwen en werken aan een sociale en zorgzame stad, waar iedereen meedoet en elkaar helpt. Voor de vele diverse doelgroepen werken we graag samen met netwerkpartners, vrijwilligers en stagiair(e)s. We maken gebruik van elkaars expertise en ondersteunen elkaar op diverse niveaus. Op deze manier kunnen de diverse doelgroepen van de Schoor ook gebruik maken van het grote netwerk dat in de afgelopen 25 jaren is opgebouwd, de nadruk ligt op verbinden en het creëren van kansen voor iedereen, met name kwetsbare burgers. Stichting de Schoor is sinds 1989 actief als een welzijnsorganisatie in Almere. De keuze voor de naam is een symbolische. Schoren betekent ondersteunen. De visie van de Schoor is samengevat in 6 p´s: presentie, preventie, participatie, perspectief, partnerschap en passie. De organisatie in ingedeeld in 2 grote afdelingen Jeugd en afdeling Wijk en Welzijn. Het jongerenwerk valt onder de afdeling Jeugd. Primair richt het jongerenwerk van de Schoor zich op kans zoekende jongeren met een lage sociale economische status en opleidingsniveau, deze jongeren noemen we kwetsbare jongeren (Van Dam, 2008, p. 17).
In het kader van preventief werken wordt er door het jongerenwerk ook steeds meer aandacht besteed aan kinderen van 8 t/m 11 jaar. Er wordt regelmatig met het kinderwerk samengewerkt en momenteel wordt er gewerkt aan een gezamenlijk project op het gebied van talentontwikkeling en jeugdparticipatie. Omdat het jongerenwerk veel te maken heeft met veranderingen in beleid en het werkveld, draagt het jongerenwerk van de Schoor de naam "Dynamisch Jongerenwerk Almere." Het doel van het jongerenwerk is om de jeugd goed voor te bereiden op hun maatschappelijke toekomst. Hiervoor is een uitgebreide werkwijze voor nodig, omdat de problemen van kwetsbare jongeren in Almere complex kunnen zijn.
Uit de onderzoeksresultaten van Almere in de Peiling 2014 zijn er bijzondere verschillen geconstateerd. In vergelijking met andere steden en dorpen in Nederland, huisvest Almere meer jongeren, meer jongeren met een andere culturele achtergrond, meer eenoudergezinnen, minder jongeren op hbo-niveau of hoger en meer gezinnen (jongeren) met lage inkomens. In de afgelopen jaren zijn de financiële problemen van Almeerse huishoudens toegenomen en de betrokkenheid bij de stad is in de afgelopen jaren in Almere gedaald, maar de betrokkenheid bij de eigen buurt en wijk is wel groter geworden (SBC, 2015).
Na de invoering van de Welzijnswet in 1989 kwam het sociaal-cultureel jeugdwerk onder verantwoordelijkheid van de gemeenten te staan en kon deze werksoort nu meer als instrument voor een eigen jeugdbeleid worden ingezet. Jongerenwerkers vormen het contactpunt tussen jongeren en de lokale overheid en daarom is de samenwerking met de gemeente Almere een belangrijk uitgangspunt van het jeugdbeleid in Almere (Winter, 2007, p. 105). Van den Brink geeft aan dat sociale professionals de brug vormen als intermediair, zij zijn de verbindende schakel tussen leefwereld en systeem (Brok & Vollbracht, 2016, p. 143).
Civil Society
De civil society ofwel burgermaatschappij is een verzamelnaam voor actief burgerschap als een non-gouvernementele institutie in de samenleving. Het omvat alle organisaties en particuliere initiatieven die zonder winstoogmerk bijdragen aan de maatschappij. Volgens Judith Metz is het begrip civil society gedefinieerd als vrijwillige associaties van burgers. Deze vrijwillige associaties van burgers zijn van belang voor de maatschappij als geheel én voor de individuele burgers. De civil society kunnen we volgens de WMO indelen op drie niveaus. Op micro niveau vrijwilligerswerk, buurtparticipatie en informele zorg (mantelzorg). Op meso niveau informele netwerken, burgerinitiatieven, zelforganisaties, bewonersorganisaties, vrijwilligersorganisaties en verenigingen. Op macro niveau is het de eigen domein van burgers (Metz, 2008).
Binnen onze eigen organisatie hebben we veel te maken met o.a. de informele zorg, buurtparticipatie, vrijwilligerswerk, vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven. Jongeren en kinderen worden vrijwilliger, omdat ze iets voor hun eigen buurt willen betekenen. In werkgroepen organiseren ze een buurtfeest en vanuit de jeugdraden praten ze met de gemeente mee over o.a. overlast en vandalisme. Vrijwilligers hebben met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) een belangrijkere rol gekregen in de zorg voor (andere) kwetsbare burgers. Voor de WMO hadden vrijwilligers vooral een aanvullende rol op de professionals regime. Vrijwilligers hebben een luisterend oor of extra persoonlijke aandacht aan cliënten. In de zorg spreekt men vooral van een invullende rol en nemen vrijwilligers bepaalde taken gedeeltelijk of geheel van professionals over, hierdoor zijn de verhoudingen tussen vrijwilligers en professionals veranderd. Professionals zijn nu minder nauw betrokken bij de zorg voor bepaalde cliënten en zijn meer verantwoordelijk geworden voor het werven en begeleiden van vrijwilligers.
In het jeugdwerk zijn er overeenkomsten met de ontwikkelingen in de zorg. In het jeugdwerk ligt de nadruk op empowerment en worden de krachten van de jeugd belicht en gestimuleerd. In de zorg wordt er vooral gezocht naar sterke vrijwilligers die zich professioneel kunnen gedragen. Strikt genomen zijn er zonder professionals die volharden ook geen sterke succesvolle vrijwilligers. Beleidsmakers hopen dat vrijwilligers zoveel mogelijk werk uit handen van de professionals kunnen nemen, maar de werkelijkheid leert ons dat juist die professionals nodig zijn om sterke succesvolle vrijwilligers te bereiken en begeleiden (Kampen, 2013, pp.187-188). In het jeugdwerk wordt de kwetsbare jeugd gestimuleerd om vrijwilliger te worden en lid te worden van een jeugdraad. In de jeugdraad krijgen ze de gelegenheid om hun talenten te ontwikkelen op het gebied van jeugdparticipatie en organiseren ze succesvolle evenementen voor andere jeugd. Door de jeugd in staat te stellen om eigen successen in het leven te observeren, kunnen ze op zoek gaan naar de eigen oplossingen van hun problemen (Payne, 2014, p. 269).
De civil society ofwel burgermaatschappij is een verzamelnaam voor actief burgerschap als een non-gouvernementele institutie in de samenleving. Het omvat alle organisaties en particuliere initiatieven die zonder winstoogmerk bijdragen aan de maatschappij. Volgens Judith Metz is het begrip civil society gedefinieerd als vrijwillige associaties van burgers. Deze vrijwillige associaties van burgers zijn van belang voor de maatschappij als geheel én voor de individuele burgers. De civil society kunnen we volgens de WMO indelen op drie niveaus. Op micro niveau vrijwilligerswerk, buurtparticipatie en informele zorg (mantelzorg). Op meso niveau informele netwerken, burgerinitiatieven, zelforganisaties, bewonersorganisaties, vrijwilligersorganisaties en verenigingen. Op macro niveau is het de eigen domein van burgers (Metz, 2008).
Binnen onze eigen organisatie hebben we veel te maken met o.a. de informele zorg, buurtparticipatie, vrijwilligerswerk, vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven. Jongeren en kinderen worden vrijwilliger, omdat ze iets voor hun eigen buurt willen betekenen. In werkgroepen organiseren ze een buurtfeest en vanuit de jeugdraden praten ze met de gemeente mee over o.a. overlast en vandalisme. Vrijwilligers hebben met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) een belangrijkere rol gekregen in de zorg voor (andere) kwetsbare burgers. Voor de WMO hadden vrijwilligers vooral een aanvullende rol op de professionals regime. Vrijwilligers hebben een luisterend oor of extra persoonlijke aandacht aan cliënten. In de zorg spreekt men vooral van een invullende rol en nemen vrijwilligers bepaalde taken gedeeltelijk of geheel van professionals over, hierdoor zijn de verhoudingen tussen vrijwilligers en professionals veranderd. Professionals zijn nu minder nauw betrokken bij de zorg voor bepaalde cliënten en zijn meer verantwoordelijk geworden voor het werven en begeleiden van vrijwilligers.
In het jeugdwerk zijn er overeenkomsten met de ontwikkelingen in de zorg. In het jeugdwerk ligt de nadruk op empowerment en worden de krachten van de jeugd belicht en gestimuleerd. In de zorg wordt er vooral gezocht naar sterke vrijwilligers die zich professioneel kunnen gedragen. Strikt genomen zijn er zonder professionals die volharden ook geen sterke succesvolle vrijwilligers. Beleidsmakers hopen dat vrijwilligers zoveel mogelijk werk uit handen van de professionals kunnen nemen, maar de werkelijkheid leert ons dat juist die professionals nodig zijn om sterke succesvolle vrijwilligers te bereiken en begeleiden (Kampen, 2013, pp.187-188). In het jeugdwerk wordt de kwetsbare jeugd gestimuleerd om vrijwilliger te worden en lid te worden van een jeugdraad. In de jeugdraad krijgen ze de gelegenheid om hun talenten te ontwikkelen op het gebied van jeugdparticipatie en organiseren ze succesvolle evenementen voor andere jeugd. Door de jeugd in staat te stellen om eigen successen in het leven te observeren, kunnen ze op zoek gaan naar de eigen oplossingen van hun problemen (Payne, 2014, p. 269).