Het concreet bevorderen van jeugdparticipatie met een centrale rol voor de jeugdraad door te professionaliseren vanuit het jongerenwerk kan in vijf stappen versterkt worden:
Stap 1: Creëer een lerende omgeving waarbij het bottom-up-principe de boventoon voert. Jongeren staan centraal, jongeren zijn samen met de jongerenwerkers verantwoordelijk voor jeugdparticipatie. Door aan de voorwaarden te voldoen om een lerende omgeving te creëren ontstaat er volgens Kwakman ruimte om het handelen te veranderen (Kwakman, 2003).
Vanuit de onderzoeksresultaten kunnen we concluderen dat er binnen de organisatie onvoldoende uitwisseling is van beschikbare kennis op het gebied van jeugdparticipatie. Professionals en jongeren dienen in gesprek met elkaar te gaan om de uitwisseling op gang te brengen. Daarbij is een veilige omgeving nodig, waarin professionals en jongeren laagdrempelig met elkaar in gesprek kunnen gaan. De voornaamste aanbeveling is een Jeugdparticipatie Community of Practice. (JCoP) geïnspireerd door de Community of practice, de jeugdraad van Coro New York, en data vanuit het onderzoek en lectoraat Youthspot, waarbij nieuwe inzichten en oplossingen direct ter beschikking worden gesteld en ingebed worden in de praktijk. Binnen JCoP is het de bedoeling dat jongerenwerkers en jongeren gelijkwaardig aan de slag gaan met het ontwikkelen van jeugdparticipatie. Vanuit JCoP kan de organisatie jeugdparticipatie vanuit een experimentele omgeving, beter en sterker verankeren binnen het beleid van de organisatie, waardoor jeugdparticipatie professioneel wordt bevorderd. Bespreek welke jongeren het beste aansluiten op JCoP en bereid ze voor door middel van een intakegesprek. Bespreek duidelijk de verwachtingen en doelen, en spreek een specifieke tijdsperiode met de jongeren af, bijvoorbeeld te beginnen een pilot van zes maanden. In JCoP wordt er naast het experimenteren ook gewerkt aan kennisontwikkeling en persoonlijke competenties. De achterliggende gedachte is dat op deze wijze de jongerenwerkers en de jongeren een sterkere positie en een beter imago genereren, en als rolmodellen kunnen fungeren voor andere jongerenwerkers en jongeren. Een effect kan zijn dat jongeren vanuit hun rol als vrijwilliger kunnen doorstromen naar een rol van stagiaire of zelfs een vaste (bij)baan binnen de organisatie. Hiermee wordt jeugdparticipatie bevorderd en geprofessionaliseerd vanuit het jongerenwerk.
Stap 2: De tweede stap is het aanscherpen van de visie vanuit het jongerenwerk op jeugdparticipatie vanuit een lerende omgeving zoals JCoP. Het jongerenwerk heeft een duidelijke visie en missie in Almere, de volgende stap is om de jeugdparticipatie te verduidelijken vanuit deze visie en missie. De data vanuit het onderzoek (bijlage 1) kunnen daarbij als springplank worden gebruikt. De ervaringen en meningen van de respondenten kunnen onder de loep worden genomen en meegenomen worden in het verduidelijken van de visie en missie op jeugdparticipatie.
Stap 3: Het bepalen van kaders op basis van modellen van Hart, Egg en Fielding en de rechten van het kind (bijlagen 2 & 3). Het kinderrechtenverdrag is internationaal en nationaal vastgelegd en erkend, de artikelen zijn bepaald ter bescherming van de jeugd en tevens behoren daar verplichtingen toe waar de overheid, het onderwijs, het jongerenwerk en iedereen die te maken heeft met de jeugd zich aan dienen te houden. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het kinderrechtenverdrag te bewaken en uit te voeren. Bewustwording van deze rechten en plichten is een belangrijke impuls om jeugdparticipatie te bevorderen. Jongerenwerkers en jongeren kunnen vanuit een duidelijk kader zich beter profileren en werken aan hun positie, kennis en competenties. Een gezamenlijke campagne met de lokale overheid en het onderwijs zou een mooie interventie zijn om jeugdparticipatie te belichten in Almere. Betrek bij de campagne experts en andere jongerenwerkers en jongerenraden.
Stap 4: Experimenteer en verken de mogelijkheden met betrekking tot het organiseren van werkbezoeken. Vanuit JCoP als lerende omgeving kan er gebruik worden gemaakt van bestaande initiatieven op het gebied van jeugdparticipatie. Op deze manier wordt er kennis gedeeld en wordt niet alleen jeugdparticipatie bevorderd maar ook de beroepspraktijk, aangezien jongerenwerkers verantwoordelijk zijn voor de kennisoverdracht en het ontwikkelen van nieuwe kennis.
Stap 5: Investeer en specialiseer in het (digitaal) profileren. Het jongerenwerk is onervaren en weinig zichtbaar op social media, terwijl dit onderdeel is van de leefwereld van jongeren. Aangezien gemiddeld 98 procent van alle jongeren tussen de 12 en 21 jaar zich op het internet begeeft, is het voor het jongerenwerk van belang om zich die digitale wereld eigen te maken. Via social media kunnen vele duizenden jongeren die nog niet bekend zijn met het jongerenwerk en jeugdparticipatie bereikt worden.
De kracht van social media wordt in het jongerenwerk sterk onderschat.
Stap 1: Creëer een lerende omgeving waarbij het bottom-up-principe de boventoon voert. Jongeren staan centraal, jongeren zijn samen met de jongerenwerkers verantwoordelijk voor jeugdparticipatie. Door aan de voorwaarden te voldoen om een lerende omgeving te creëren ontstaat er volgens Kwakman ruimte om het handelen te veranderen (Kwakman, 2003).
Vanuit de onderzoeksresultaten kunnen we concluderen dat er binnen de organisatie onvoldoende uitwisseling is van beschikbare kennis op het gebied van jeugdparticipatie. Professionals en jongeren dienen in gesprek met elkaar te gaan om de uitwisseling op gang te brengen. Daarbij is een veilige omgeving nodig, waarin professionals en jongeren laagdrempelig met elkaar in gesprek kunnen gaan. De voornaamste aanbeveling is een Jeugdparticipatie Community of Practice. (JCoP) geïnspireerd door de Community of practice, de jeugdraad van Coro New York, en data vanuit het onderzoek en lectoraat Youthspot, waarbij nieuwe inzichten en oplossingen direct ter beschikking worden gesteld en ingebed worden in de praktijk. Binnen JCoP is het de bedoeling dat jongerenwerkers en jongeren gelijkwaardig aan de slag gaan met het ontwikkelen van jeugdparticipatie. Vanuit JCoP kan de organisatie jeugdparticipatie vanuit een experimentele omgeving, beter en sterker verankeren binnen het beleid van de organisatie, waardoor jeugdparticipatie professioneel wordt bevorderd. Bespreek welke jongeren het beste aansluiten op JCoP en bereid ze voor door middel van een intakegesprek. Bespreek duidelijk de verwachtingen en doelen, en spreek een specifieke tijdsperiode met de jongeren af, bijvoorbeeld te beginnen een pilot van zes maanden. In JCoP wordt er naast het experimenteren ook gewerkt aan kennisontwikkeling en persoonlijke competenties. De achterliggende gedachte is dat op deze wijze de jongerenwerkers en de jongeren een sterkere positie en een beter imago genereren, en als rolmodellen kunnen fungeren voor andere jongerenwerkers en jongeren. Een effect kan zijn dat jongeren vanuit hun rol als vrijwilliger kunnen doorstromen naar een rol van stagiaire of zelfs een vaste (bij)baan binnen de organisatie. Hiermee wordt jeugdparticipatie bevorderd en geprofessionaliseerd vanuit het jongerenwerk.
Stap 2: De tweede stap is het aanscherpen van de visie vanuit het jongerenwerk op jeugdparticipatie vanuit een lerende omgeving zoals JCoP. Het jongerenwerk heeft een duidelijke visie en missie in Almere, de volgende stap is om de jeugdparticipatie te verduidelijken vanuit deze visie en missie. De data vanuit het onderzoek (bijlage 1) kunnen daarbij als springplank worden gebruikt. De ervaringen en meningen van de respondenten kunnen onder de loep worden genomen en meegenomen worden in het verduidelijken van de visie en missie op jeugdparticipatie.
Stap 3: Het bepalen van kaders op basis van modellen van Hart, Egg en Fielding en de rechten van het kind (bijlagen 2 & 3). Het kinderrechtenverdrag is internationaal en nationaal vastgelegd en erkend, de artikelen zijn bepaald ter bescherming van de jeugd en tevens behoren daar verplichtingen toe waar de overheid, het onderwijs, het jongerenwerk en iedereen die te maken heeft met de jeugd zich aan dienen te houden. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het kinderrechtenverdrag te bewaken en uit te voeren. Bewustwording van deze rechten en plichten is een belangrijke impuls om jeugdparticipatie te bevorderen. Jongerenwerkers en jongeren kunnen vanuit een duidelijk kader zich beter profileren en werken aan hun positie, kennis en competenties. Een gezamenlijke campagne met de lokale overheid en het onderwijs zou een mooie interventie zijn om jeugdparticipatie te belichten in Almere. Betrek bij de campagne experts en andere jongerenwerkers en jongerenraden.
Stap 4: Experimenteer en verken de mogelijkheden met betrekking tot het organiseren van werkbezoeken. Vanuit JCoP als lerende omgeving kan er gebruik worden gemaakt van bestaande initiatieven op het gebied van jeugdparticipatie. Op deze manier wordt er kennis gedeeld en wordt niet alleen jeugdparticipatie bevorderd maar ook de beroepspraktijk, aangezien jongerenwerkers verantwoordelijk zijn voor de kennisoverdracht en het ontwikkelen van nieuwe kennis.
Stap 5: Investeer en specialiseer in het (digitaal) profileren. Het jongerenwerk is onervaren en weinig zichtbaar op social media, terwijl dit onderdeel is van de leefwereld van jongeren. Aangezien gemiddeld 98 procent van alle jongeren tussen de 12 en 21 jaar zich op het internet begeeft, is het voor het jongerenwerk van belang om zich die digitale wereld eigen te maken. Via social media kunnen vele duizenden jongeren die nog niet bekend zijn met het jongerenwerk en jeugdparticipatie bereikt worden.
De kracht van social media wordt in het jongerenwerk sterk onderschat.