JEUGDPARTICIPATIE
  • Laatste nieuws
  • Masterthesis Jeugdparticipatie vanuit het Jongerenwerk
    • Inhoudsopgave
    • Hoofdstuk 1 Praktijkvraagstuk
    • Hoofdstuk 2: Praktijkonderzoek
    • Hoofdstuk 3: Verandering
    • Hoofdstuk 4: Professionalisering
    • Hoofdstuk 5: Praktijkontwikkeling
    • Bibliografie
    • Bijlage 1: Resultaten coderen
    • Bijlage 2: Participatiemodellen
    • Bijlage 3: De rechten van het kind
    • Bijlage 4: Overzicht van aanbevelingen
    • Bijlage 5: Online survey
    • Bijlage 6: Stappenplan
    • Bijlage 7: Professionals en jongeren aan het woord
    • Bijlage 8: Overzicht resultaten per deelvraag
    • Proces
  • Contact

Introductie 1.1

​In dit hoofdstuk wordt een complex praktijkvraagstuk binnen een maatschappelijke opgave  beschreven met vanuit diverse perspectieven een urgentie, tevens wordt er een oplossingsrichting met daarin de eerste logische stappen die aan de orde komen behandeld. De maatschappelijke opgave van het jongerenwerk van De Schoor in Almere, is het leveren van een bijdrage aan een leefbare en veilige stad, waar het goed wonen is en waar iedereen zich thuis voelt. Het jongerenwerk van De Schoor helpt mee aan het bouwen en werken aan een sociale en zorgzame stad, waar iedereen meedoet en elkaar van dienst kan zijn. Primair richt het jongerenwerk van de Schoor zich op kanszoekende jongeren met een lage sociaaleconomische status en een laag opleidingsniveau (De Schoor, 2017).  Deze jongeren noemen we kwetsbare jongeren (Van Dam, 2008). Jeugdparticipatie op het niveau van gemeentebeleid is te onderscheiden in de betrokkenheid van jongeren bij de totstandkoming en evaluatie van het beleid dat op hen betrekking heeft en het betrekken van jongeren bij de uitvoering van jeugdbeleid (Mak, 2016). Jeugdparticipatie op het niveau van het jongerenwerk en jongeren heeft meer betrekking op maatschappelijke vraagstukken, waarbij er aandacht is voor de leefwereld van de jongeren (De Winter, 1995). 

1.2 Context praktijkonderzoek

​De context waarin het praktijkonderzoek plaatsvindt is De Schoor, een welzijnsorganisatie die jeugdparticipatie stimuleert en dit ook beschreven heeft in haar beleidstukken (De Schoor, 2018). Het jongerenwerk ondersteunt de kwetsbare jeugd in Almere, zodat zij mee kunnen denken en mee  kunnen praten over hun eigen leefwereld en de mate van invloed op onder andere hun eigen relationele omgeving, eigen wijk, eigen stad en in het verlengde het gemeentelijke jeugdbeleid. Door de jeugd in staat te stellen om hun eigen successen in het leven te observeren, kunnen ze op zoek gaan naar de eigen oplossingen van hun problemen (Payne, 2014). Binnen het jongeren- en kinderwerk van De Schoor is jeugdparticipatie een belangrijk middel om kinderen en jongeren actief te betrekken bij het verwezenlijken van  diverse doelstellingen die het jongerenwerk van De Schoor voor ogen heeft voor de jeugd van Almere. Voor het gemak en de duidelijkheid formuleren we kinderen en jongeren van 8 jaar t/m 27 jaar met het woord jeugd: de doelgroep van het jongerenwerk van De Schoor. Het jongerenwerk werkt constructief en vanuit de empowerment gedachte, waarbij jongeren actief gestimuleerd worden om vooral aan hun eigen talenten te werken (Payne, 2014). Het belichten en het verder ontwikkelen van deze talenten is een belangrijk onderdeel van het jongerenwerk. Door de focus te leggen op talentontwikkeling, op wat wel kan en wat beter kan, wordt er gewerkt aan het zelfvertrouwen en omgaan met persoonlijke uitdagingen (Abdallah, 2016).

​Het jongerenwerk van De Schoor vindt het belangrijk dat jongeren mee kunnen doen en iets kunnen betekenen voor zichzelf en hun omgeving. Vanuit het jongerenwerk van De Schoor wordt jeugdparticipatie ingezet in diverse vormen, zoals werkgroepen, jeugdraden en een platform. Jongeren vormen groepen zoals de Jongerenraad Almere (JRA), Jeugd Veilig Stadshart Almere (JVSA) en het jongerenplatform Young Movement. De JRA houdt zich meer bezig met maatschappelijke en politieke vraagstukken, JVSA richt zich meer op veiligheid en Young Movement richt zich op talentontwikkeling in muziek (Savornin Lohman, 1998; Zeijl, 2003; De Schoor, 2017).

In het jongerenwerk wordt de kwetsbare jeugd gestimuleerd om vrijwilliger te worden en bijvoorbeeld lid te worden van de bovengenoemde groepen. In deze groepen krijgen jongeren de gelegenheid om te werken aan hun persoonlijke doelen. De jongeren zijn in principe vrijwilligers, onderdeel van de civil society. De civil society, ofwel de burgermaatschappij, is een verzamelnaam voor actief burgerschap als een non-gouvernementele institutie in de samenleving. Het omvat alle organisaties en particuliere initiatieven die zonder winstoogmerk bijdragen aan de maatschappij. Volgens Judith Metz is het begrip civil society te definiëren als vrijwillige associaties van burgers. Deze vrijwillige associaties van burgers zijn van belang voor de maatschappij als geheel en voor de individuele burgers. De civil society kunnen we volgens de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) indelen op drie niveaus. Op microniveau vrijwilligerswerk, buurtparticipatie en informele zorg (mantelzorg). Op mesoniveau informele netwerken, burgerinitiatieven, zelforganisaties, bewonersorganisaties, vrijwilligersorganisaties en verenigingen, en op macroniveau het eigen domein van burgers (Giddens & Sutton, 2017; Metz, 2008). 
​
Binnen De Schoor heeft men veel te maken met onder andere informele zorg, buurtparticipatie, vrijwilligerswerk, vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven. Binnen het jongerenwerk wordt de jeugd vrijwilliger, omdat ze er waarde aan hechten om voor andere jeugdigen of specifiek voor hun eigen buurt iets te kunnen betekenen. In werkgroepen organiseren ze een buurtfeest of een voetbaltoernooi. Vanuit de jeugdraden praten de jongeren met de gemeente over uiteenlopende onderwerpen zoals vandalisme, democratie en duurzaamheid. Jeugdparticipatie lijkt verweven te zijn in het jongerenwerk. In tegenstelling tot in het jongerenwerk wordt er in de zorg vooral gezocht naar sterke vrijwilligers die zich professioneel kunnen gedragen. In het jongerenwerk gaat het er juist om dat de kwetsbare jeugd door vrijwilliger te worden, leert en ervaart hoe ze sterker kunnen worden. De rol van de jongerenwerker als begeleider is van groot belang. Strikt genomen zijn er zonder professionals die volharden ook geen sterke succesvolle vrijwilligers. Beleidsmakers hopen dat vrijwilligers zoveel mogelijk werk uit handen van de professionals kunnen nemen, maar de werkelijkheid leert ons dat juist die professionals nodig zijn om de vrijwilligers (de jongeren) te bereiken en te begeleiden (Kampen, 2013). 

1.4 decentralisatie & jeugdparticipatie

In 1991 riep PVDA-leider Wim Kok al dat we in een overgangsfase zaten: van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. In 2013 zei Koning Willem-Alexander in zijn eerste troonrede dat de klassieke verzorgingsstaat is veranderd naar een participatiesamenleving, waarin iedereen die dat kan, zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen leven en omgeving (Movisie, 2015). De WMO artikel 1.1.1 benadrukt onder andere het bevorderen van de sociale samenhang, de veiligheid en de leefbaarheid, het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking, en het beschikbaar stellen van middelen ten behoeve van participatie (Opstelten, 2014). 

De gemeente Almere heeft sinds 2015 de opdracht om het gehele jeugdbeleid tot hun verantwoordelijkheid te nemen. Volgens Clarijs kost het tijd, voordat de gehele transitie bij de gemeenten in Nederland volledig is ingedaald. Aangezien de gemeente het jongerenwerk financiert, bepaalt zij grotendeels de inzet en eisen ten aanzien van de uitkomsten (Clarijs, 2017). Volgens Spierts is het opvallend dat de WMO het aanzetten tot participatie centraal stelt, terwijl de ervaring van sociaal-culturele professionals leert dat juist het in staat stellen tot participatie cruciaal is. Het strategisch beleidsplan van De Schoor `Meedoen mogelijk maken`, sluit daarbij aan. Het ontwikkelen van burgerschapscompetenties en het stimuleren van leerprocessen bij burgers zijn belangrijke voorwaarden om tot succesvolle en duurzame participatie te komen (Spierts, 2014).
 
Op zowel macro-, meso- als microniveau, zijn er continue veranderingen op het gebied van het jeugdparticipatiebeleid. Beleid bepaalt in hoge mate de condities, de richting, de cultuur en de waardering in het sociaal werk. De jongeren in onze samenleving krijgen daar uiteindelijk mee te maken. De manier waarop de samenleving en de dienstverlening georganiseerd en ingericht zijn, heeft volgens Van Ewijk invloed op de problemen van jongeren (Van Ewijk, 2014).
​
De gemeente Almere ziet graag dat kinderen en jongeren (jeugd) gezond en vrij kunnen opgroeien en kansen krijgen om zich te ontwikkelen (Gemeente Almere, 2014).  De kaders van de decentralisaties in Almere zijn vastgelegd in de beleidsnota's 'Doen wat nodig is' en 'Veranderen wat nodig is'. De gemeentelijke visie sluit aan op de visie en de missie van De Schoor, de gezamenlijke maatschappelijke opgave en visie leggen de focus op de eigen kracht van de burger, het creëren van ruimte voor bewonersinitiatieven en preventieve inzet. In de samenwerking tussen De Schoor en de Gemeente Almere is er een  gezamenlijke focus op de preventieve aanpak, en het wijkgericht en integraal werken (De Schoor, 2017).

1.5 urgentie voor de jeugd

​Jongeren bevinden zich in drie milieus (levensgebieden). Het eerste milieu is dat van het gezin; het tweede milieu wordt gevormd door het onderwijs of de werksituatie; het derde milieu is dat van de vrijetijdsbesteding waar jongeren mogelijk in contact staan met het jongerenwerk en zich bezig houden met jeugdparticipatie. De urgentie van jeugdparticipatie is op de diverse niveaus en perspectieven verschillend. Kwetsbare jongeren hebben tekortkomingen in vaardigheden en kunnen moeilijk functioneren en participeren in onze samenleving. Een opeenstapeling van diverse problemen, zorgt ervoor dat ze niet altijd goed in het leven staan (Abdallah, 2016). Kansarme en kwetsbare jeugd heeft moeite om vanuit eigen kracht, middelen en netwerken zichzelf te ontwikkelen. Binnen een vorm van jeugdparticipatie, een werkgroep of jeugdraad, is er ruimte om te werken aan de eigen beperkingen en tekortkomingen, met als doel deze te stabiliseren of te reduceren. Het uitbreiden en verbeteren van de jeugdraden kan eraan bijdragen dat de jeugd zich efficiënter en sterker kan ontwikkelen en dat hun stem daadwerkelijk meegenomen wordt in het vormen van het jeugdbeleid op diverse niveaus (Clarijs, 2015; De Winter, 2007). Wat van belang is, is dat jongeren zich ook bewust worden van hun recht op hun meningsuiting en de verplichting van de overheid om hen daarin te faciliteren, met name in het derde milieu van de jeugd (United Nations, 2009).

1.6 urgentie voor professionals

​Volgens Judith Metz wordt het verondersteld dat overlast en criminaliteit verdwijnen als het jongeren lukt om de aansluiting bij de samenleving in de vorm van school of werk te vinden. Op initiatief van de overheid ligt de focus in het jongerenwerk op het voorkomen van uitval en het stimuleren van talentontwikkeling bij de kwetsbare jeugd. Vergeleken met de jaren tachtig is de werkwijze van het jongerenwerk veranderd, waardoor jongerenwerkers zich nieuwe middelen moeten eigenen. Vanuit de academische wereld wordt volgens Metz dringend gepleit voor participatiepedagogiek, in de uitvoeringspraktijk blijkt dat daar weinig vorm aan wordt gegeven (Metz, 2011). 

1.7 urgentie voor de organisatie

​Voor de organisatie is jeugdparticipatie belangrijk om te professionaliseren, omdat jeugdparticipatie onderdeel is van het jongerenwerk. Vanuit het beleid van de organisatie is meedoen, meedenken en meebeslissen en vooral het mogelijk maken van meedoen van groot belang. Door jeugdparticipatie intern bespreekbaar te maken en bestaande kennis te belichten en hierop te reflecteren, kunnen er nieuwe inzichten en ideeën ontstaan, waardoor er meer jongeren en professionals betrokken worden bij het ontwikkelen en bevorderen van jeugdparticipatie vanuit het jongerenwerk. Het borgen van de vormen van jeugdparticipatie is duurzaam en bevorderd tevens de kwaliteit van het jongerenwerk (Clarijs, 2015). Het jongerenwerk doet er goed aan om vanuit jeugdparticipatie aandacht te vragen voor het derde milieu (vrije tijd van jeugd), aangezien het jongerenwerk zich grotendeels afspeelt in de vrije tijd van de jeugd. Het Nederlandse jeugdbeleid toont volgens Clarijs structurele tekorten, deze leiden vooral internationaal gezien tot lage effectiviteit en belemmeren innovatieve ontwikkelingen. Vergeleken met andere Europese landen loopt Nederland achter met duurzaam lokaal jeugdbeleid. De oorzaak hiervoor is dat Nederland nauwelijks nationaal beleid heeft ten aanzien van het derde milieu. Via jeugdparticipatie kan daar veel meer aandacht aan worden besteed (Clarijs, 2015).

1.8 urgentie voor beleid

Als de jeugd niet participeert in jeugdbeleid, mist er een aansluiting tussen het systeem en de leefwereld van de jeugd. Niet participeren, betekent een verhoogde kans op risico’s in bijvoorbeeld het niet halen van een startkwalificatie en meer behoefte aan zorg (Gemeente Almere, 2017). Volgens een recent rapport van de gemeente Almere is het aandeel huishoudens dat gebruik maakt van een of meer sociale regelingen in Almere hoger dan in veel grote steden en hoger dan gemiddeld in Nederland. Wat opvalt is dat 1 op de 8 kinderen opgroeit in een minimahuishouden. Het aandeel eenoudergezinnen is in geen enkele grote stad zo hoog als in Almere. Opgroeien in een eenoudergezin heeft vaak een negatieve invloed op de schoolprestaties en de leefgewoonten van kinderen. Als er meer jeugd met problemen opgroeit en daardoor uiteindelijk geen startkwalificaties haalt, zal de vraag naar zorg stijgen (Steeg, 2017). Als de jeugd de ruimte krijgt om te participeren in jeugdbeleid, zal het beleid beter afgestemd worden op hun situatie. De jeugd verandert door deel te nemen aan een jeugdraad, van consumenten naar coproducenten. Binnen een jeugdraad wordt er immers een beroep gedaan op hun oplossend vermogen en dat is precies wat de overheid wil, minder staat en meer civil society (Stam, 2015). 

1.9 urgentie voor de samenleving

​Een zelfstandig leven leiden is niet voor iedereen weggelegd. Er zijn verschillende factoren die meespelen in hoe kwetsbare jongeren zich uiteindelijk zelfstandig kunnen redden. De vraag is in welke mate kwetsbare jongeren met een beperking kunnen functioneren en meedoen zoals de overheid ze dat graag ziet doen. Het is de vraag in hoeverre de omgeving (ouders, familie en vrienden) steun kunnen en willen bieden en wat de gevolgen zijn als dat niet gebeurt. Volgens Verplanke en Duyvendak is er nauwelijks betrokkenheid van de samenleving (Verplanke & Duyvendak, 2009). 
Participatie komt ten goede aan de persoonlijke ontwikkeling, maar ook aan de maatschappij. Participatie draagt bij aan gemeenschapsvorming, doordat de jeugd vertrouwd raakt met het leven in groter verband, te denken aan het vergroten van persoonlijke competenties, het vergroten van binding en het vergroten van politieke en maatschappelijke interesses. Een jongerenraad kan als instrument ingezet worden, door bijvoorbeeld vandalisme bespreekbaar te maken en acties te voeren op straat, waardoor de samenleving kan profiteren van minder overlast, minder kosten, een veiliger gevoel en voor de jeugd nieuwe voorzieningen (Clarijs, 2015).

1.10 oplossingsrichting

​Een oplossingsrichting is de denkrichting die mogelijk een oplossing is voor het probleem. In het masterplan is een oplossingsrichting beschreven, waarbij er een specifieke samenwerking is tussen de gemeente, het onderwijs en het jongerenwerk (Pattipeiluhu, 2018). Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten is de oplossingsrichting aangescherpt, waardoor jongeren een prominentere rol spelen in de oplossingsrichting. De jongeren hebben nu een centrale rol in het onderzoek en in de aanbevelingen. Juist door meer vanuit de behoeften van de jongeren te werken, zal de oplossingsrichting meer kans maken op succes. Een stap om het idee concreet te maken, is het delen van de oplossingsrichting met professionals en groepen jongeren die zich bezig houden met jeugdparticipatie en hen vervolgens te betrekken als aandeelhouders.

1.11 Conclusies praktijkvraagstuk

​De urgentie omtrent jeugdparticipatie is hoog, jeugdparticipatie is op diverse niveaus van onze samenleving terug te vinden en lijkt volop in ontwikkeling te zijn. Het is van groot belang, dat de huidige vormen van jeugdparticipatie binnen het jongerenwerk bewaakt en geborgen worden. Jeugdparticipatie lijkt voor het jongerenwerk belangrijker te zijn dan in hoeverre het jongerenwerk zich daar zelf bewust van is. Daarmee doet het jongerenwerk zichzelf tekort en is deze masterthesis naast het beantwoorden van de onderzoeksvragen, een aanzet tot meer bewustwording van jeugdparticipatie vanuit het jongerenwerk. 
Politieke jeugdparticipatie lijkt steeds belangrijker te worden,  het jongerenwerk en de jeugdraden worden steeds vaker betrokken om mee te praten over jeugdbeleid. Dit vraagt extra aandacht voor meer leden, kennis en ervaring rondom jeugdparticipatie. Om de praktijk rondom jeugdparticipatie te verbeteren is er praktijkonderzoek nodig. Door praktijkonderzoek te doen zal het duidelijker worden op welke wijze jeugdparticipatie bevorderd kan worden en wat er nodig is om het bevorderen in gang te zetten. 
Foto
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 2: Praktijkonderzoek

Location

​Websites:
www.jongerenwerkalmere.nl
www.multi-club.net
www.jongerenraadalmere.nl
www.youngmovement.nl
www.jvsa.nl

Webdesign: Jenaflow
​All Rights Reserved 2019 - Bastian Pattipeiluhu MSW


​

Social Media

    Nieuwsbrief

Submit
  • Laatste nieuws
  • Masterthesis Jeugdparticipatie vanuit het Jongerenwerk
    • Inhoudsopgave
    • Hoofdstuk 1 Praktijkvraagstuk
    • Hoofdstuk 2: Praktijkonderzoek
    • Hoofdstuk 3: Verandering
    • Hoofdstuk 4: Professionalisering
    • Hoofdstuk 5: Praktijkontwikkeling
    • Bibliografie
    • Bijlage 1: Resultaten coderen
    • Bijlage 2: Participatiemodellen
    • Bijlage 3: De rechten van het kind
    • Bijlage 4: Overzicht van aanbevelingen
    • Bijlage 5: Online survey
    • Bijlage 6: Stappenplan
    • Bijlage 7: Professionals en jongeren aan het woord
    • Bijlage 8: Overzicht resultaten per deelvraag
    • Proces
  • Contact